Teelkelina Helena Margaretha Elisabeth (Lies) van Bosveld Heinsius 1892-1975

  • Lies is geboren op 10 maart 1892, Alkmaar en overleden op 15 juli 1975 in Amersfoort. 
  • Haar ouders zijn Jantje Borst 1855-1897 en Johannes Hermanus Anna Marius van Bosveld Heinsius 1856-1948.
  • Ze trouwt op 12 mei 1925 met Duco Hendrik Hellema 1892-1990

 Lies heeft geen makkelijke start gehad. Ze wordt geboren een jaar nadat haar ouders een zesjarige dochter verliezen. Als Lies vijf jaar oud is, overlijdt haar moeder. Op haar elfde verliest ze haar oudere broer David aan tbc. Hij overlijdt in een sanatorium in Duitsland. Wat zal haar vader een gebroken man zijn geweest. Lies is het enig overgebleven kind uit zijn huwelijk met Jantje Borst. Van de moeder van Lies is geen enkele foto bekend, er is alleen nog een aquarel die ze op 16-jarige leeftijd heeft gemaakt.

 

Na de dood van haar moeder hertrouwt haar vader met een achternicht van zijn vrouw, Teelkelina Smaal. Zij krijgen samen nog drie kinderen, David, Annie en Cornelis. De jongens overlijden op jonge leeftijd (18 en 38 jaar). Haar halfzus Annie wordt verpleegkundige. Ze is een meisje dat volgens brieven niet al te handig is. Lies zelf is uit ander hout gesneden. Ze heeft drie merklappen gemaakt op 7, 9 en 11-jarige leeftijd en ze werkt zeer nauwkeurig. Leren borduren is in die tijd nuttig om al het wasgoed van initialen te voorzien, zodat de wasserij de spullen van de klanten kan onderscheiden. En natuurlijk om slijtage en scheurtjes te repareren. Verder heeft Lies in haar jeugd leren pianospelen. 

 

Op 18 april 1911 is bij koninklijk besluit toestemming gegeven aan haar vader en familie om de naam Heinsius te veranderen in van Bosveld Heinsius. De naam van Bosveld komt van haar voorouders Jacob van Bosveld en diens dochter Susanna Maria van Bosveld. Als Lies 16 jaar is, poseert ze samen met haar vader in de galakleding van deze voorouders.

 

Lies gaat al vrij vroeg, waarschijnlijk op haar 15e, naar de kostschool 'Instituut Nova' in Bussum. Ze haalt goede cijfers, vaak achten, negens en voor handenarbeid zelfs een enkele tien. Ze raakt bevriend met Sophie Hellema. Later zal Lies ook haar broer Duco Hellema leren kennen.

 

Na de kostschool volgt ze een opleiding in Nijmegen en in 1913 haalt ze haar diploma 'lerares koken en voedingsleer'.

Van maart tot september wordt de kersverse lerares aangesteld als waarnemend directrice aan de Industrie- en Huishoudschool in Leerdam. De school biedt een 3-jarige cursus voor 80 leerlingen. Er blijkt een grote tekort te zijn aan  leraressen huishoudkunde. Eind februari 1914 stelt het bestuur Lies als tijdelijke kracht aan, 'onder wier leiding de keuken wordt ingericht', waarna de lessen kunnen starten. Lies woont op de Watertorenlaan, in dezelfde straat als de huishoudschool. Heel makkelijk vindt ze de leerlingen niet. Hierna solliciteert ze in Winschoten naar de functie van lerares en directrice, maar daar valt de keuze op een ander.

 

De 22-jarige Lies stapt in september 1914 over naar de ‘s-Gravenhaagsche vakschool voor meisjes als lerares Koken. Een deel van de leerlingen woont intern. De aanstelling is voorlopig voor één jaar maar wordt later verlengd tot september 1916.

Van oktober 1916 tot 31 januari 1918 is ze lerares Koken en Voedingsleer op de Nijmeegse Huishoudschool. 

Op 15 oktober 1919 wordt ze aangesteld als beambte bij de Amsterdamse Bank voor een jaarsalaris van 1500 gulden per jaar. Onbekend is hoe lang ze hier werkt. Het verhaal gaat dat ze een aan een studie wiskunde begint maar deze niet afmaakt.

In juli 1921 volgt een aanstelling aan de Tweede Openbare Huishoudschool in Amsterdam. Haar salaris wordt vastgesteld op 2550 gulden per jaar. In 1922 tot 1925 zal ze hier elke week één avond lesgeven. Onduidelijk is of dit naast haar gewone aanstelling is.

 

In deze periode houdt Lies een dagboekje bij: 

'Vroeger heb ik nooit een dagboek willen aanleggen, ik vond het overdreven en heel jonge meisjesachtig. Maar nu ineens gevoel ik behoefte mijn hart eens uit te storten en nu ik hier niemand heb om dat bij te doen en ook zelfs de wekelijkse brieven aan Hans nu niet voldoende zijn, zal ik er toch maar eens toe overgaan.

Hedenmiddag om ongeveer 2 uur kwam ik de school binnen, een zware mand torsend en puffende in mijn te warme mantel. De huishoudster, mej. Kakebeen ontving me. Ze had de koffie klaar voor me laten staan, nu dit versmaadde ik niet, want ik zat al van ’s morgens half zes in de trein, boemelend van Oldenzaal tot Amsterdam. Alles gevolg van de oorlog.

Langzamerhand arriveerden er meer leraressen en tegen vieren de directrice. Mijn koffer heb ik direct uitgepakt en nu wacht ik tot zaterdag, doe dan inkopen en maak mijn kamer bewoonbaar. 

Ik zie erg tegen morgen op, ik moet alles vragen aan de andere twee kookleraressen, waarvan de ene, zeer lelijk, mij absoluut niet aantrekt. De directrice heeft zich niet eens met me bemoeid wat het onderwijs betreft. De school is overweldig groot, ’t geeft je een beklemd gevoel, de grote afstanden zijn vermoeiend.

 

3 augustus - Vanmorgen om 9 uur werden alle leerlingen afgeroepen, over de vierhonderd. Daarna had ik een klas van 12. Heden middag had ik er 7. De kinderen zijn netjes, beleefd en aardig, een heel ander slag dan in Leerdam.

 

4 augustus - Gisteren had ik te weinig tijd om te schrijven voor vandaag is het weer gedaan. Ik ben moe, de afstanden zijn hier wanhopig. Er hoort moed toe om even iets van je kamer te halen. En als je iemand zoeken moet, is het wanhopig. Van de leraressen kan ik nog weinig zeggen. De directrice is me een beetje te gemaakt, iedereen noemt ze lief kind, jongedame enz. Ze praat veel aan tafel. De huishoudster is niet jong meer, ze is wat mank en een type om te zien en te horen. Ze is altijd vrolijk en haar lach schatert door de gangen. De assistent huishoudster doet nu sympathiek aan, ze is nog jong. Mej. Goldenberg trekt me absoluut niet aan. Ze is zeer lelijk en onelegant, een grote vriendin van de directrice en steeds al aan de school geweest. Ze is stijf en doet of ze de chef is. Dan mej. Wijmalen, oud 36 jaar, geloof ik. Een type, een opgewonden jong meisje gelijk, doet me aan Lien Bouwmeester denken. Je kunt haar ook zo heerlijk plagen. Ik mag haar Dora noemen. Ze heeft van ’t voorjaar haar moeder verloren. Ze lijkt me hartelijk en vroeg me onlangs naar mijn familie. Mej. Niemeijer lijkt me ook wel aardig. Ze brengt me van alles op de hoogte. Juffrouw Goldenberg doet net of ik niet besta. Ik geloof dat ik nu haar doorzie. Gisteravond had ze het over een lerares van de HBS die nog in Brussel was en van wie niemand iets hoorde. Ze vond het schandelijk dat je voor je betrekking niet terugkwam. Ze had best kunnen reizen, ze deed erg verontwaardigd. Waarschijnlijk heeft de directrice haar van mijn vaders brief verteld en was dat een pick op mij. Echt onwaardig, enfin, ’t laat me koud, ik negeer haar ook straal als ’t kan. Ze toont geen belangstelling voor me. De directrice brengt me ook van niets op de hoogte, ik moet alles...'

 

Vervolgens is een blad uit het album gescheurd. 

 

'Stel je voor dat ik hem tegenkom in de stad. Ik zou me een stuip schrikken.'

 

'Juffrouw Wijmalen is toch erg lief en hartelijk. Zij voelt hoe saai zo’n eerste tijd voor me is. Als ik nu maar wat gezelligheid aan Bertha Bruijs mocht krijgen, dat is zo prettig dichtbij. Het zal me benieuwen of Louis Scheltema me eens komt opzoeken.'

 

'7 september - Ziezo we zijn een frisse week begonnen. Vanmorgen had ik een klas van 15 leerlingen. Het zijn hier toch vrij wat aangenamer kinderen dan in Leerdam. Ze zijn netjes, beleefd en niet zo …. als die soms konden zijn. Mej. Goldberg was gisteravond nogal aardig, ik heb piano gespeeld. Behalve de meisjes was er anders niemand thuis. Natuurlijk wel de huishoudster die dienst had.'

 

'8 september - Gisteren een vermoeiende dag tot 10 uur ’s avonds les. Hedenavond heb ik gezellig zitten praten met mej. Das. Ik heb haar veel verteld over Nijmegen, ik kon wel merken dat de anderen hier ook lang niet alles prettig vonden. Ik vind de internen stakkers,  er wordt niets gedaan om ’t hun gezellig te maken. Mej. Berghuis zegt nooit iets anders dan dat ze genoeg moeten eten.

Gezegend  Nijmegen, ik ga dat toch hoe langer meer waarderen, wat waren die jaren daar toch gezellig. Als ik er ooit weer kon komen, ik zou er naar toe vliegen geloof ik. Het kan zijn dat het tegen zou vallen, zoiets gebeurt vaak.

Ik heb het gevoel dat ik wel nooit dikke vrienden met de directrice zal worden. Ik wou dat ze eens natuurlijk deed. Ze ziet me vaak verbaasd aan, wat zou ze voor bijzonders aan me vinden. Je drijft toch absoluut op jezelf. Ze bemoeit zich met de klassen, met de ontvangst der nieuwen en het geld ophalen, maar met het onderwijs, althans voor ons weinig. Ik vind dat niet prettig. In Leerdam was het anders, daar was ik meteen zelf de baas, maar de kritiek kan hier per slot wel komen en ’t meest bang ben ik voor Mej. Goldenberg, die zal dunkt me zo, wel een oogje in het zeil houden. Die zegt nog steeds erg weinig, met anderen ben ik op beste voet. Met mej. Kakebeen is het matig, ze valt me per slot wel mee. Bovendien maakt ze een burgerlijke indruk in haar houding en manier en heeft ze een lelijk accent. Ik geloof niet dat ik het hier toch uithoudt. ’s Morgens om 10 uur ben je al moe. Enfin ’t zal wel wennen.'

 

In deze periode heeft enkele jaren samengewoond met haar goede vriendin Jo Heldt ten Cate. Deze vriendschap zal een leven lang duren. Er zijn brieven bewaard gebleven die Jo vanuit Enschede aan Lies schrijft tijdens de bombardementen in 1944 en 1945.

 

Reislustig

Lies is een ondernemende, onafhankelijke en reislustige vrouw. In april 1922 is ze in Duitsland voor scholing. Er is een foto bewaard gebleven van Lies en haar vriendin Jo met twee onbekende heren in Schotland. Dat klopt met haar paspoort waarin een stempel uit 1922 staat uit Leith (Edinburgh).

 

Lies is bevriend met Sophie Hellema, de zus van Duco Hellema. Duco heeft Lies verscheidene keren ontmoet. Hij vindt haar al direct heel aardig maar wil geen toenadering zoeken voordat hij haar iets kan aanbieden ofwel: zijn studie heeft afgerond en zicht op een vaste baan heeft.

De verloving van Lies en Duco is een verrassing voor haar vader en stiefmoeder. De 32-jarige Lies meldt het hen per brief gedateerd 26 juni 1924:

'Beste Vader en Moeder, Nu kom ik U een heel groot nieuws vertellen en zal maar direct met de deur in huis vallen. Ik sta zelf bijna op mijn hoofd. Ik ga mijn beroep vaarwel zeggen en doktersvrouw worden! Vandaag heb ik beloofd de vrouw te zullen worden van Duco Hellema, broer van Sophie, zich vestigend dokter op Texel. U zult wel perplex staan, als ik perplex stond toen 't me per brief gevraagd werd. U zult zeker van hem houden en vader vooral zal appreciëren zijn stormachtige aanval. Ik heb er nooit de minste ahnung van gehad, hoewel deze liefde jaren om me heeft gezweefd en elk bezoek standvastiger werd.'

[...]

Ga hem morgenavond van de trein halen. Het is alles nog een sprookje. Weg van school, getrouwd, iemand die zoveel van me houdt. We willen 't graag gauw publiek maken anders zijn deze weken zoo vervelend. Wilt U vast een lijst maken van menschen die kaartje meten hebben! Hemel, wat heb ik 't nu druk. heelemaal geen tijd meer. Ik begrijp er nog helemaal niets van maar het leven zal nu vast heel goed worden. Heel veel liefs van uw gelukkige dochter

Lies

 

Haar stiefmoeder schrijft direct terug.

Beste Lies,

Wel kind wat ben ik blij met dar heugelijke nieuws. Toen jij zei van grootte verrassing, dacht ik direct dat je verloofd zoudt zijn. Hartelijk, hartelijk gelukgewenscht hoor! Ik hoop toch zóó innig dat je een beste man moogt krijgen, want dat heb je ten volle verdiend.

Je was steeds een lieve hartelijke dochter, ik hoop dat je nu ook een liefhebbende vrouw wordt [...]

 

Hierna gaat Lies direct op vakantie. Misschien had ze dit tripje al gepland. In haar paspoort staat een Zwitsers stempel gedateerd 23 juli 1924. Een maand later reist ze door naar Oostenrijk. 

 

  • Klik hier voor de biografie van Duco Hellema en hun gezamenlijk vervolg.
  • Klik hier voor de brief uit 1930 aan haar halfbroer Cornelis (Kees).
  • Klik hier voor de brief uit 1942 aan haar ouders.
  • Klik hier voor de brieven die Lies ontvangt van haar vriendin Johanna Heldt ten Cate in Enschede. Jo schrijft in 1944 en 1945 over de vele bombardementen en de zorgen die ze heeft over de periode na de bevrijding.

Lies van Bosveld Heinsius 14 jaar oud

 

Lies als kleuter

 

Rond 1899. Lies is een jaar of zeven. Op de foto haar stiefmoeder, vader en haar broer Louis, overleden in 1903 aan tbc.

 

Merk- en stoplap van Lies, 11 jaar oud.

 

Lies met haar stiefmoeder halfbroertje en vader, waarschijnlijk toen nog wonend in de luxe villa 'Thekla' in Oldenzaal.

 

1908 - Lies van Bosveld Heinsius, 16 jaar in de kleding van haar betovergrootmoeder Susanna Maria van Bosveld Heinsius 1735-1810

 

Lies rond 1912 (zittend in het midden) met haar halfzusje Annie, stiefmoeder, halfbroertje Louis en vader.

 

Lies is in 1913 geslaagd voor haar opleiding tot lerares Koken en voedingsleer.

 

Lies met haar vader, stiefmoeder, twee halfbroers en halfzus ca. 1918.

 

Op 31 aug. 1914 is een identiteitsbewijs afgegeven aan Teelkelina (Lies). Ze was 165,5 cm lang, blond haar met donkere wenkbrauwen, grijs groenen ogen. Neus: breed. Kleur: bleek. Bijzondere kenmerken: bovenste snijtanden een eindje van elkaar.

 

Rond 1915 Lies met haar halfzus Annie en de halfbroers Louis en Cornelis.

 

juli 921 aanstelling in Amsterdam

 

Kookles 2e Openbare Huishoudschool,

Elisabeth Wolffstraat 2 Amsterdam 

 

1922 - Lies (r) en vriendin Jo (l) op vakantie in Schotland.

 

Lies (links) met twee vriendinnen Jessie en Jo (Jo Heldt - Ten Cate)

 

Op 'the Grange', Lies in Schotland op vakantie met vrienden.

Beeld van de Oostenrijkse houtsnijder Otto Moroder (1894-1977). Het beeld heeft altijd bij Lies' dochter Thekla gestaan.

 

Huwelijksfoto Lies van Bosveld Heinsius en Duco Hellema mei 1925