BIOGRAFIE MAGDELTJE HELLEMA

  • Magdeltje Hendrika Hellema is geboren 11 april 1859 te Den Helder en overleden 30 maart 1926 in Haarlem.
  • Dochter van Doeke Hellema en Janke Vlaskamp.

Magdeltje blijft bij haar ouders wonen tot aan hun dood. Omdat haar vader de marinearts Doeke Hellema een autobiografie schreef, is veel over haar bekend, althans hoe hij over haar dacht. Hoe ze zelf in de wereld stond weten we niet zo goed. Haar leven zal door haar doofheid niet makkelijk geweest zijn.

 

Jeugdjaren

Het gezin woont in Den Helder, waar haar vader in het marinehospitaal werkzaam is. Hij schrijft: 'den 11 April wordt onze Magdeltje Hendrika geboren. Het kindje komt welgemaakt van lijf en leden ter wereld.' Op 11 mei vervolgt hij: 'De kleine groeit goed, heeft al een onderkin.' Een dag later wordt Magdeltje ziek. Haar vader constateert wondroos in het gelaat. De ouders zijn zeer verontrust want de wondroos breidt zich uit. Na 14 dagen gaat 't beter. 

Als ze een jaar is geniet vader volop van de kleine: 'Zij is zoo fleurig en lief! helder en gezond.' En even later: 'Onze Magdeltje is zeer lief en verschaft ons reeds dagelijks veel genoegen,' en dan 'Magdeltje wordt hoe langer hoe ondeugender. Zij groeit er maar op los,' en 'Zij loopt met veel pret geheel alleen de kamer door, doch valt wel eens en dan wreekt zij zich door de vloer en alles, waartegen zij zich stoot, te slaan!' Op moeders verjaardag schrijft vader: 'Makketje was reeds nu in haar kracht, zich te goed doende aan taartjes en rosijnen, en was opgesierd, wat haar bevalt.'

 

Doof?

Toch begint hij zich af te vragen of er iets mis is. 'Het is zonderling dat zij nog geen jota spreekt.' Als Magdeltje bijna twee is vraagt opa Hellema met bekommering 'waarom Magdeltje nog niet spreekt? Heeft zij soms een gebrek in ’t gehoor-orgaan?' Haar moeder beseft allang wat er aan de hand is maar vader Doeke wil het ondanks dat hij arts is, nauwelijks onder ogen zien. Er is sprake van 'verzwering van haar oren'. In oktober 1862 meldt vader: 'ik heb de klier achter het oor van Makketje weggenomen.'

 

De opvoeding van Magdeltje

Magdeltje krijgt les van haar ouders. Haar vader heeft contact gelegd met het doveninstituut in Rotterdam en ze constateren dat Magdeltje op hetzelfde niveau is als de kinderen die daar intern verblijven. Toch verlopen de lessen moeizaam. Pa schrijft: 'Met het onderwijs van Magdeltje gaat het niet geheel naar wensch, dewijl ik niet altijd kalm noch geduldig genoeg ben.' 

 

Verdriet in de familie

In het gezin worden vier kinderen geboren, Magdeltje en Foppe zijn de oudste twee. Als Magdeltje vijf is, sterft het jongste broertje aan kinkhoest en twee jaar later sterft ook baby Aleida aan deze ziekte. Magdeltje en Foppe blijven gespaard: Doeke schrijft: 'Wij hebben troost aan onze lievelingen.' Maar niet veel later noteert hij: 'Onze Magdeltje wordt tamelijk onhandelbaar, waaronder onze Foppe ook lijdt.'

 

Onderwijs

Begin 1865 kan de zesjarige Makketje tot honderd tellen, ze kan haar ouders roepen als zij wat nodig heeft en ze heeft een brief geschreven aan hare jarige grootmoeder. In 1865 schrijft vader na een vakantiemaand in Achlum: 'Makketje kreeg alle dag les bij Meester Mulder te Achlum, (waarvoor ik f.26,80 betaalde); veel heeft zij niet bij dit onderwijs geprofiteerd.' Als ze acht is vindt vader dat ze eindelijk wat beter leert spreken, mede dankzij het onderwijs van haar moeder. In 1867 heeft ze les van Juffr. Burgerhoudt maar die gaat trouwen, wat een tegenvaller is 'omdat zij onze Magdeltje zoo goed onderwees.' In 1869 heeft ze les van ene juffrouw Dalmeier van 9 tot 11 uur en van 14 tot 16 uur. Maar in 1870 stopt  juffrouw Dalmeier ermee omdat ze Magdeltje te brutaal vindt. Er zijn gesprekken dat ze naar het Doofstommeninstituut in Rotterdam zal gaan. In augustus 1870 schrijft opa Hellema: 'Als uwe Magdeltje het U te lastig maakt, zal het goed zijn, haar naar Rotterdam te zenden.' Maar op 14 november zegt haar vader dat ze naar de Franse school gaat. 

 

Familie in Achlum

Jaarlijks gaat Magdeltje mee naar de familiebijeenkomsten in het Friese Achlum, het dorp waar haar vader is opgegroeid en haar grootouders nog wonen. Begin 1864 heeft oma wel twaalf paar kousen voor Makketje gebreid. In 1871 'schreide ze van blijdschap' toen ze haar grootma Magdeltje Beekhuis weer ontmoette. 

 

Puberleeftijd

Magdeltje wordt ouder en de problemen groter. Ze heeft vaak last van ongecontroleerde spierbewegingen. Vader vindt de dertienjarige Magdeltje nogal ongehoorzaam. En wat jaren later: 'Magdeltje baart ons veel zorg, door hare eigenzinnigheid.' Haar iets jongere broer Foppe is een studiebol en de trots en hoop van het kleine gezin. Moet toch lastig voor haar zijn geweest. 

 

Volwassen

Vader Doeke schrijft: 'Zij is nu 22 jaar en in verstandelijke ontwikkeling zeer achterlijk.' Toch lukt het Magdeltje om met hulp van een dienstbode de huishouding draaiende te houden. 'In onze huishouding is zij zeer handig, in vele opzichten een uitstekende hulp, vooral voor hare Moeder.' Ook is ze in staat een redelijk leesbare brief te schrijven. Wel raakt ze snel uit haar evenwicht blijkt uit een opmerking als ze dertig is: 'Magdeltje is met de familie van ’t Sant naar de kermis geweest, naar eene googelaar-tent. Zij is altijd zeer gevoelig, als er iets afwijkends plaats heeft van den gewonen regel en is zij nu weder onpasselijk.'

 

Verhuizing

Eind 1882 wordt haar vader ziek, hij stort volledig in en kan niet meer werken. Ze besluiten tijdelijk naar Leiden te vertrekken waar haar broer Foppe geneeskunde studeert. Uiteindelijk zullen ze in Leiden blijven wonen, eerst op de Korte Mare 7 en later in het mooie huis op de Oude Singel 20.

Afgezien van de familiebezoeken heeft Magdelt ook wel activiteiten buitenshuis. Te lezen is dat ze een paar maal meehelpt met het optuigen van de kerstboom op de Zondagsschool van den Protestanten bond.

 

Oorzaak doofheid

Toch blijft haar vader zich zorgen maken: 'Onze Magdeltje, nu bijna 31 jaar oud, blijft voor ons eene groote zorg. Zij is in haar voorkomen eene krachtige, flink uitgewassene vrouw. Sedert haar geboorte hebben wij ons geheel aan haar moeten wijden. Weinige weken na hare geboorte leed zij aan algemeene roos en weldra aan ontsteking van trommelholte aan beide oren. Totale doofheid werd het gevolg. Zoodra mogelijk begon ik klankmethode te volgen om haar te leeren spreken, en later hielp mijne vrouw mij trouw.' Toch constateert hij dat er maar weinig mensen zijn die Magdeltje kunnen verstaan. 

Haar broer Foppe schrijft later over Magdeltje: 'Mijn zuster Magdeltje werd doof geboren en volgens de Rotterdamsche methode den lippespraak, toenmaals nieuw, door mijne ouders thuis het spreken geleerd, en het was alleen na onzeggelijk veel moeite en geduld gedurende vele jaren, haar allerlei kennis en kundigheden bij te brengen.'

Wat opvalt in deze tekst is dat ze volgens haar broer doof is geboren terwijl haar vader benadrukt dat haar doofheid door een infectieziekte veroorzaakt is. Vader en moeder waren volle neef en nicht van elkaar. Mogelijk speelde het een rol dat de angst voor afwijkingen bij kinderen uit een huwelijk tussen neef en nicht in die tijd sterk was toegenomen. Iets waar bijvoorbeeld ook Charles Darwin, getrouwd met zijn nicht Emma Wedgewood, zich veel zorgen over maakte.

 

Nieuwe tanden 

Haar slechte gebit wordt onderhanden genomen en ze krijgt een kunstgebit. Bijna alle tanden en kiezen worden getrokken. Magdelt geeft geen kik! 'Bizonder moedig heeft zij zulks verdragen,' schrijft vader trots en vervolgt: 'Wij beiden werken zamen om ons geliefd kind verder te ontwikkelen. Veel verkeerds is in haar, doch ook veel goeds. En voor mijne lieve vrouw, die dagelijks zooveel moeite met haar heeft, is zij toch evenwel in de huishouding een heerlijke hulp.'

 

Lieve schoonzus

Broer Foppe is inmiddels huisarts in Voorschoten en getrouwd. Zijn vrouw Christina kan goed met Magdelt overweg. Als de ouders 35 jaar getrouwd zijn, vieren ze dat met de familie die inmiddels met drie kleinkinderen is uitgebreid. Een lief huiselijk tafereeltje: 'Christine en Magdeltje kleedden de beide meisjes aan. Daarop verschenen Christine met Magdeltje die het kleine neefje op den arm had, gevolgd door de kleine meisjes, als engeltjes in rose en blauw gekleed.' Magdeltje hield een toespraak: 'allerliefst, vrijmoedig en zonder hapering!' 

 

Klein wereldje

's Zomers genieten ze van de tuin die haar vader in een paradijsje heeft omgetoverd. Helaas leiden haar ouders een teruggetrokken bestaan. Magdelt houdt ervan als er wat te doen is. Zo is ze dol op schaatsen met haar vader of met haar broer, familiebezoeken in Friesland en uitstapjes naar kennissen. Soms wordt ze uitgenodigd om een paar dagen bij het gezin van neef Osinga te logeren in Den Haag. Regelmatig gaat ze vanuit Leiden met de tram op bezoek bij haar broer en zijn gezin in Voorschoten.

 

Moeilijk karakter

Als Magdelt rond de veertig is, zet vader zijn irritaties regelmatig op papier: 'Wij beiden zijn afhankelijk van onze doove dochter, Janke meer dan ik. Het humeur van onze Magdeltje heeft terstond invloed op ons. Deze is eigenzinnig, driftig, onverstandig, babbelziek en klaagziek. Twee jaar later schrijft hij: 'ons Magdeltje is wel een stout, doch ook een lief kind voor ons. Zij helpt hare Moeder trouw en zonder haar zou het ons te stil zijn.' Maar later vervolgt hij: 'Ons groote verdriet is hare babbelzucht, het altijd door babbelen over niets. Daardoor wordt haar spraak onduidelijker, haar denkvermogen vermindert.'

In 1902: ’s Morgens is zij in den regel vrolijk en opgeruimd, vooral na een goeden nacht doch ’s avonds vol klaagliederen en kribbig, vooral als zij het druk gehad heeft of wanneer het weer niet mooi is. Babbelzuchtig en jaloersch in hooge mate. Zij praat over alles en over de nietigste dingen en spint zulks tot in het oneindige uit, valt altijd in herhalingen. Haar spraak blijft gebrekkig.'

Over een paar jaar zullen de verhoudingen toch iets anders komen te liggen...

 

Moeder wordt zwakker

Als moeder ziek wordt, komt de huishouding op Magdelt neer. Helaas stoppen dan ook de oefeningen in het duidelijk spreken. In die periode geeft Janke aan Magdelt nog de laatste instructies over de huishouding. Kennelijk voorvoelt zij haar dood. Over haar laatste uren schrijft vader Doeke: 'In de laatste uren van haar leven, toen zij moeielijk nog kon spreken, zei de Dierbare mij: wees altijd lief voor Magdeltje. Ja, ik hoop Vader en Moeder tegelijk te zijn voor mijne lieve, doove Magdeltje.' Op 24 maart 1903 als Magdelt bijna 44 jaar is, overlijdt haar moeder Janke Diderika Vlaskamp. Ze staat luid snikkend naast haar moeders bed. Vader schrijft over zijn dochter: 'Zij klemde zich aan mij vast – zij was radeloos, wanhoopig – en ik ongeveer in dezelfde toestand.'

 

Hoe verder

Een klein jaar na haar dood vraagt vader zich af: 'Hoe heeft mijn kind de scheiding van hare Moeder kunnen door staan? Ja zij was alles voor haar Moeder en Haar Moeder was alles voor haar,' maar kort daarna vervolgt hij: 'Mijne dochter heeft een bedrijvigen aard. Na den dood harer Moeder was ik bang dat zij van heimwee zou weg teren, doch hare werkzaamheid heeft haar gered, even als het mij tot heden toe gered heeft van het te gronde gaan aan zielsheimwee, - door dat ik in alles voor Magdeltje moet zorgen en niet alleen Vader, doch ook moeder voor haar zal zijn. En hare gezondheid wordt gaandeweg beter, zij slaapt beter.'

Maar vader blijft treuren. 'O! ik mis Haar zoozeer. Zij was de lieve en toch krachtige geest voor mij en mijne kinderen, de verwarmende, ons verkwikkende zon! 'Aan haar graf voelt hij de behoefte om zijn vrouw spoedig te volgen maar hij schrijft: 'En toch hang ik aan het leven, ter wille mijner dochter…!' Op haar beurt probeert Magdelt haar best te doen voor haar vader. 

 

Beter tijden

Op haar verjaardag is het eindelijk weer eens echt gezellig. Het gezin van haar broer komt op bezoek en Magdelt ontvangt 12 brieven en kaarten. Iedereen is lief voor haar. Ze dringt er op aan om eens met haar vader naar Friesland te gaan en dat gebeurt ook. Maar zoals vroeger wordt het niet meer. Vader schrijft: 'Kalm, regelmatig, doch vreugdeloos gaat hier in huis het leven van mij en mijne lieve Magdeltje.'

Met het oog op zijn eigen einde is vader weer begonnen om spraakoefeningen te houden met haar in de vorm van samen lezen. Hij verzucht: 'God geve dat mijn kind haar eigen belang moge begrijpen!'

 

De dienstbodes

De verhouding met de dienstbodes is ingewikkeld door de beperkte spraak van Magdelt en haar karakter. Bovendien veranderen de tijden en zijn dienstbodes zelfbewuster dan voorheen. Vader noteert: 'Van 1 Mei tot heden 13 Juni heb ik met Magdeltje een moeilijke tijd doorworsteld. Den 1 Mei zei onze dienstbode dat zij ziek was...  In den loop van een maand heb ik 4 maal geadverteerd, heb ik drie meiden aangenomen die alle drie zijn weggeloopen.' Dus steekt hij zelf maar de handen uit de mouwen en helpt Magdelt bij de huishouding, een taak die in het stroomloze tijdperk toch wel wat complexer was dan nu.

Op 27 juli 1905 schrijft vader: 'Magdeltje is sedert vele dagen druk in de weer voor mijne verjaring en vooral heden. De mooie ganglooper en bijbehorende kleedjes worden gelegd. Het is door haar in orde gemaakt voor het diner en avondthee. Zooals gewoonlijk bij zulke gelegenheden: soep, ossentong, ham, ditmaal ook een taart.'

 

Communicatie

Nog weer wat later wordt uit een overpeinzing van vader pas echt duidelijk wat het overlijden van Janke voor Magdelt betekent: 'Mijne lieve Magdeltje gevoelt met mij, wat zij verloren heeft. Haar Ma was haar alles…. Als er visite was, klemde de doove dochter zich vast aan Haar Ma, die terstond haar alles vertolkte wat de menschen zeiden…., en dat kon alleen Haar Ma, want de dochter was veel eischende en de Moeder was de zelf-op-offerende liefde zelve. Met den besten wil, kan ik zulks niet doen. En het is voor mijne Magdeltje een groot verdriet, wanneer zij niet op de hoogte is van ’t gesprek.'

 

Ziek

Eind 1905 krijgt Magdelt een ernstige longontsteking. Ook dan wordt duidelijk hoe intens de relatie tussen vader en dochter is. 's Nachts rinkelt ze met de bel en maakt Doeke wakker. 'Zij wilde in mijn ledikant slapen, en voetje voor voetje bracht ik haar naar boven.' Hijzelf kruipt in een logeerbed en houdt de wacht. Overdag ligt ze in de tuinkamer. Als ze kreunt of hoest is hij direct bij haar. Ook broer Foppe die huisarts is, komt dagelijks langs. Haar temperatuur stijgt naar boven de 39 graden. Vader is ongerust: 'God geve dat mijn lief kind, mijne Magdeltje behouden blijve. Ik heb tot nu toe haar alleen verpleegd, dag en nacht – wie zou haar anders kunnen helpen? Niemand verstaat haar. Gelukkig ligt zij nu in de salon ... alles zeer gerieflijk ingericht, een model ziekenkamer, met den verpleger ernaast.' Ze knapt weer op.

1 November 1906 noteert vader: 'Regelmatig gaat ons leven. Magdeltje heeft gelukkig een fatsoenlijk dienstmeisje en daardoor rust in huis,' en een maand later: 'Mijne lieve Magdeltje blijft redelijk gezond en doet haar huiswerk met lust. Zij heeft schik in hare dienstmaagd, die alles naar haar zin doet.'

 

Geen ouders meer

Op oudejaarsavond in 1906 schrijft vader Doeke zijn allerlaatste woorden op: 'Met dankbaarheid constateer ik de gezondheid mijner kinderen en kleinkinderen. Doch zelf bemerk ik dat de ouderdom komt met gebreken. God behoede ons in ’t Nieuwe Jaar!' Hij overlijdt vlak daarna op 24 januari 1907.

Hoe het verder ging? Dat weten we niet precies. Met de dood van haar vader houden ook de aantekeningen over Magdelt op. Ze is goed voorzien achtergelaten. Vader schreef eerder dat ze behalve haar moeders erfdeel ook nog zo'n 12 duizend gulden had gekregen van haar ouders. Dit was bedoeld 'als equivalent van de studiekosten van Foppe en voor hare goede diensten aan hare ouders een reeks jaren bewezen.' Al binnen twee maanden, op 18 maart 1907 wordt het huis verkocht en zal ze kort daarna verhuisd zijn.

 

Op een oude foto van vijf jaar later is Magdelt te zien, zittend op een stoel met een dame naast haar. Er is bijgeschreven '1912 Magdelt met J.M. Biekart, dame v. gezelschap'. Het gaat om Johanne Marie (Marie) Biekart 1863-1923 wiens broer toen in Leiden woonde. 

In het voorjaar van 1914 verhuizen de twee vrouwen vanuit Leiden naar Lochem (huis A.1077). Wat opvalt is dat bij kerkgenootschap in het bevolkingregister ingevuld is: 'geen'. Ruim twee jaar later vertrekken ze naar Velp, Beekhuizenlaan 348. Ook in 1918-1919 staan ze daar samen nog ingeschreven. Het is onduidelijk waarom Magdelt en Marie naar het oosten zijn verhuisd. Magdelt is hier ooit geweest toen haar ouders vrienden wilden bezoeken. Er woonde in die tijd ook een familielid Beekhuis in Lochem. Misschien ook wel omdat Johanne Biekart hier familie had wonen.

 

In het bevolkingsregister staat bij Marie vermeld: 'juffr. v. gezelschap'. Wat was dat voor functie? Er stonden in die tijd regelmatig advertenties in de krant waarin vrouwen zich aanboden als gezelschapsdame, vaak zelfs zonder salaris, slechts tegen kost en inwoning. Kennelijk was de economische positie van werkeloze alleenstaande vrouwen zo slecht dat het Amaliafonds werd opgericht ter ondersteuning van vrouwen van 55 plus, na verlies van werk als 'onderwijzer of gezelschapsdame'. 

Marie en Magdelt zijn tenminste elf jaar samen geweest, totdat Marie op 59-jarige leeftijd kwam te overlijden. Ze staat in de overlijdensakte uit 1923 vermeld als 'ongehuwd en zonder beroep'. In de rouwadvertentie ontbreekt de naam van Magdelt.

 

Magdelt is verhuisd naar een prachtig dubbel bovenhuis in Haarlem, Iordenstraat 41, negen huizen verder dan haar broer en schoonzus die sinds 1920 op nummer 23 wonen.

 

Ze is op 30 maart 1926 overleden, bijna 67 jaar oud. Magdeltje is bijgezet in het graf van haar ouders, begraafplaats Groenesteeg, Leiden. 

<< terug

Magdeltje Hendrika Hellema

 

Magdeltje geboren op 11 april 1859

 

 

De lepel van Magdeltje Hellema

'geb. 11 April 1859'

 

Magdeltje krijgt op haar vijfde verjaardag van haar Grootpapa Hellema het boekje 'Fabelen en gedichtjes voor kinderen'

 

Magdeltje Hellema en haar jongere broer Gerrit Foppe.

 

Magdeltje (Makke) Hendrika Hellema 

 

          De Friese pop van Magdeltje

 

De marinehaven in Den Helder, waar Magdeltje opgroeit en haar vader werkt.

 

Magdeltje (Makke) Hendrika Hellema 

 

Leids Dagblad 11 december 1885

het gezin woont dan nog in een huis aan de Korte Mare 7 in Leiden.

 

haar schoonzus Christina met broer Gerrit Foppe en kind

 

Vader Doeke schreef: 'onze schoondochter is voor onze Magdeltje een lieve zuster, zooals wij zulks niet beter kunnen verlangen'.

 

haar moeder Janke Vlaskamp

 

Op 77-jarige leeftijd overlijdt haar moeder Janke Diderika Vlaskamp

 

Magdeltje (Makke) Hendrika Hellema 

 

haar vader Doeke Hellema

 

Familiebericht van het overlijden van haar vader Doeke Hellema

 

Magdelt Hellema in 1912 met Marie Biekart, 'dame v. gezelschap'.

 

De familie Biekart zet een kleine advertentie voor Marie Biekart.

 

Begraafplaats Groenesteeg te Leiden, waar Magdelt Hellema en haar ouders Doeke Hellema en Janke Vlaskamp zijn begraven.

Keldergraf 189, vak B.