Geesje Feddes 1831-1882

Christiaan Houdyn, de jongste zoon van Willem Beekhuis en Janke Diderika Cloeck, trouwde met Geesje Feddes. Zij heeft in 1870 een vlammend betoog geschreven over de positie van vrouwen en hoe de wet getrouwde vrouwen stelselmatig benadeelde. 

'Gelijk recht voor allen!' gaat over de ongelijkheid in de huwelijkswetgeving. Geesje vergelijkt de rol van de vrouw in het burgerlijk huwelijk met een toestand van slavernij: ‘De misdadiger is slechts tijdelijk gekerkerd, het verkochte meisje kan op vrijkooping hopen, voor de gehuwde vrouw geene uitkomst dan de dood!' 

 

Het leven en werk van Geesje Feddes wordt beschreven door Els Kloek in de Vrouwenlexicon van Nederland.

Ze trouwde in het voorjaar van 1855 met Christiaan Houdijn Beekhuis  (1814-1885) maar in de zomer daarvoor was de toen nog maar 22-jarige Geesje al deelgenoot van de Beekhuisfamilie die elke zomer voor enkele dagen bijeenkwam. Ze mocht zelfs al haar handtekening in het familiealbum noteren. Geesje was vrijwel elk jaar van de partij tot aan haar dood in 1882. In het familiealbum werd ze als volgt herdacht.

 

Dood van Geesje, op 24 September 1882

Riep men elkander op 5 en 6 Julij, bij de familiebijeenkomst te Leeuwarden, het goede wederzien toe, hoe weinig werd er aangedacht dat, en reeds zoo spoedig, die wensch zou blijken onvervuld te worden.

Geesje, de Gastvrouw zoo pas geleden, de onschatbare vrouw van Christiaan, moeder van 10 nog in leven zijnde kinderen, de jongste pas 8 Jaren oud, de geliefde en hooggewaardeerde zuster der familie vereeniging Willem Beekhuis, en ten zeerste aan die familie vereeniging gehecht, werd plotseling van alles wat haar dierbaar was hier op aarde gescheiden, en die allen met diepen weemoed vervuld maar vooral den man en vader harer kinderen, wiens levensvreugde voor altijd vernietigd was, met een gebroken hart achter latende.

De overledene was gedurende de laatste jaren aan zenuw toevallen lijdende geweest, die werden beschouwd, als veroorzaakt, door te sterke geestes inspanning bij het onderwijs harer kinderen, waaraan zij zich geheel toewijdde en wel in die mate dat zij er in slaagde haren zoon Jan, geheel voor het middelbaar onderwijs voor te bereiden en hem voor alle vakken als bekwaam mogt zien toegelaten. De toevallen verminderden evenwel van lieverlede en gaven dan ook, bij de enkele malen terug kerende gevallen geene reden tot bezorgdheid meer.

Ook de ligte ongesteldheid, eenige dagen voor het overlijden ingetreden, werd door de geneeskundigen als onbeduidend aangemerkt, tot dat opeens zich eene ontsteking in het buikvlies openbaarde, die weinige uren daarna, een einde aan dat kostbaar leven maakte. Geesje stierf in den morgen van Zondag den 24 September 1882. Zij was geboren den 22 December 1831 en bereikte alzoo slechts den leeftijd van 50 Jaren en 9 maanden.

In allen eenvoud, strokende met het karakter van de afgestorvene had den 27 September de begrafenis plaats en het dierbaar overschot op de Nieuwe begraafplaats te Leeuwarden bijgezet. Groot en algemeen was de deelneming in dit afsterven. Wat al door dit overlijden werd verloren en wie de overledene geweest is, het is steller dezes niet mogelijk, zulks uittedrukken, ook zou hij dit minder gepast rekenen; alleen meent hij vrijheid te hebben, enkele punten, als levensschets te mogen aanhalen uit den condoleance brief van Mejufvrouw van der Plaats, directrice der Hoogere Burgerschool voor meisjes te Batavia , de bijzondere vriendin der overledene van den jeugd af aan:

Mej vd Plaats schrijft onder anderen:

“Wat gij wat uwe aankomende meisjes, uwe zonen in haar verliest, wie weet het beter dan ik. Was zij niet het verwezenlijkt ideaal van echtgenoot en Moeder? Evenmin als ik, hebt gij ooit bij eenig andere vrouw zulk eene vereeniging gezien van praktisch verstand, opofferende en toewijdende liefde en superieure intelligentie.

De gaven van haar geest dwongen bewondering af van mannen van naam, die hare brochures* lazen, maar zij maakte alles dienstig voor en onder geschikt aan de taak waarvan zij de verhevenheid zoo goed begreep: het geluk van haar gezin.

Hoe levendig staan mij de huiselijke tafereelen voor den geest die ik in 78 bijwoonde. Hoe werd zij door volwassenen en kinderen aangebeden! Gebeurt het meestal dat ook bij onverminderde liefde, het opzien tegen de Moeder bij volwassen kinderen plaats maakt voor het bewustzijn dat hun jeugd door beter nieuwer licht werd geleid, niet aldus met haar. Zonen en dochters moeten tot volle rijpheid van ontwikkeling komen, om haar naar waarde te kunnen schatten. Zij werd gewaardeerd, dat weet ik, en helaas! haar onherstelbaar gemis zal U zoo mogelijk meer door dringen van de waarheid, dat zij u aller goede engel was.

Iedereen kan mij vervangen, maar Geesjes ledige stoel kan niemand vullen. Ik denk er niet aan U troost te bieden, waar zou ik die moeten zoeken. Gij op uw gevorderden, uwe kinderen op hun jongen leeftijd, gij verliest alles in haar.

De huiskamer waar zij was, was het middelpunt, waar allen naar toe trokken. Naardien voerde Cornelis de vrienden die hij achtte en liefhad, daar leefde Willem in de geest, toen hij onder vreemden was. Wie berekend den invloed van de plaats, die zij tot een tempel maakte.

Moge hare nagedachtenis in denzelfden geest werken!”

 

Dat dit zo mogen zijn!

 

* “Gelijk recht voor allen”, uitgegeven bij H. Kuipers te Leeuwarden 1870;

* “Geroepen doch niet vaardig” Schoolbode Februarij 1874.

 

 

Geesje Feddes 1831-1882

Geesje Feddes met een van de kinderen.