Het is lastig om meer te ontdekken over het leven van je verre voormoeders. Hun levens zijn meer nog dan van de voorvaders door de tijd onzichtbaar geworden. 

Gebbe Luijtiens leefde rond 1600 in de stad Groningen, net als haar dochter Geertruit. Kleindochter Gebbetien groeide op in de drukke stad maar vertrok als domineesvrouw naar het nieuw ingepolderde land. Achterkleindochter Aafje Gramsbergen (geboren 1672) en de drie generaties vrouwen na haar, leefden als boerin op het Groninger platteland. 

• Gebbe Luijtiens voor 1600 - voor december 1624
• Gertruit Rijkens 1620 Groningen - na 1649 Groningen 
• Gebbetien Tijmans 1644 Groningen - 1709 Nieuweschans
• Aafje Gramsbergen 1672 Borgsweer - na 1720
• Truijda Willems 1706 Kroonpolder - na 1764 
• Epke Harms Renken 1736 Kroonpolder - 1810 Nieuweschans
• Jantjen Ellerus Renken 1760 Kroonpolder - 1826 Nieuw Beerta
• Epke Jans Onnes 1787 Nieuw Beerta – 1845 Appingedam
• Teelkelina Hendrika Roggenkamp 1816 Delfzijl – 1896 Nieuweschans
• Jantje Borst 1855 Delfzijl – 1897 Hoorn
• Teelkelina van Bosveld Heinsius 1892 Alkmaar – 1975 Amersfoort 

Detail schilderij Thomas Wijck 1640 - 1677, spinnende boerin.