Gebbetien Tijmans 1644-1709

  • Gebbetien Tijmans (Gebbina, Gebbetje Tyman) is gedoopt op 14 maart 1644 Groningen en overleden 24 maart 1709 Nieuweschans.
  • Ze is de dochter van Geertruit Rijkens en Hindrik Tijmans.
  • Gebbetien gaat op 11 mei 1667 in Groningen in ondertrouw met ds Gerardus Gramsbergen, geboren 20 sept 1639 Groningen, overleden 12 okt 1705 Nieuw Beerta.
  • Zover bekend krijgen zij zeven kinderen. Aafje (Aurelia) 1668, Truda 1670, Hindrick 1671, Truida 1673, Vincent 1675, Eijsso 1677 en Aeltjen 1684.

Van de grote stad naar een dorp

Gebbetien groeit op in de Turftorenstraat in de stad Groningen. Gerardus groeit op aan de Vismarkt. Ze wonen in hun kindertijd op 250 meter afstand van elkaar. 

Gebbetien is 23 jaar als ze trouwt met Gerardus. Hij is dan net aangesteld als pastor in Borgsweer. Dat moet een grote overgang zijn geweest van het levendige Groningen naar een dorpje vlak aan de Eems. Ze wonen er van 1667 tot 1685. Het is de plek waar hun kinderen worden geboren. Twee kinderen overlijden op heel jonge leeftijd.

In deze jaren heeft de bisschop van Munster een flink leger op pad gestuurd om de protestantse Groningers te bekeren. De aanval in 1672 wordt afgeslagen maar het zal een onrustige tijd zijn geweest voor het jonge domineesgezin. Kort daarop volgt ook nog een uitbraak van de pest. In 1674 overlijdt de tweelingbroer van Gerardus, Rudolph (Roelof) Gramsbergen.

Na achttien jaar in Borgsweer wordt Gerardus in 1685 beroepen in Nieuw Beerta, ook wel Beemsterhamrik genoemd, een dorpje in een nieuw ingepolderd gebied. Er wacht Gebbetien geen luxe leven.

 

Geschiedenis Nieuw Beerta

Voor de komst van het domineesgezin had de kerkgemeente van Nieuw Beerta moeilijke tijden achter de rug. Na de aanvallen van de bisschop van Munster en een pestepidemie kwamen de overgebleven 34 lidmaten in 1666 in rouwgewaad naar de inwijding van hun eerste kerkje.
De ingepolderde grond is echter nog onvoldoende ingeklonken want in 1680 is het kerkje door verzakking al zo bouwvallig geworden dat men noodgedwongen in de pastorie gaat kerken. De pastorie krijgt ook last van verzakte muren. Budget voor een predikant is er nauwelijks. De vorige predikant vertrekt in 1680 en de kerk blijft vijf jaar onbezet tot het domineesgezin Gramsbergen arriveert. 

 

Niet voor het geld

De tekst voor zijn intreerede is Kor. 12:14b, ‘want ik zoek niet het uwe, maar u.’ Een latere dominee Hendrikus van Berkum vermeldt dat men denkt dat Gerardus Gramsbergen bemiddeld is. Dat is omdat Gerardus wel om geld heeft gevraagd voor de kerk maar niet voor zijn eigen inkomen. Dit vermoeden  klopt. Zijn vader Vincent Gerrit van Gramsbergen is lid geweest van het Koopmans en Kramersgilde en zijn vermogen is getaxeerd op 11.000 gulden. Het lijkt erop dat Gebbetien een man met idealen is getrouwd.

Voor de gemeenteleden breken er ‘dagen van vreugde en troost aan’. Gerard werkt met ijver en in anderhalf jaar tijd worden er veertig nieuwe leden aangenomen. Hij schrijft alles op in het ledenmatenregister. 

 

Weer een ramp

In 12 november 1686, een jaar na hun aankomst in Nieuw Beerta, stormt het vreselijk. Het hagelt en onweert en de volgende ochtend om vijf uur breken er dijken door. Het water komt op sommige plekken wel twee meter hoog. Er zijn huizen en schuren vernield en veel mensen en vee verdrinken. De paden en wegen zijn onbegaanbaar door de watervloed. Toch wordt 12 december wordt het Heilig Avondmaal gevierd. Er komen 91 lidmaten bijeen. Na de overstroming nemen door vocht en muggen de malariabesmettingen toe. 

 

De kinderen

Al in Borgsweer verloren ze hun twee jonge kinderen Truda en Eijsso. Voor Gebbetien en Gerardus volgt opnieuw groot verdriet als hun zestienjarige dochter Truida overlijdt. In het lidmatenregister schrijft Gerardus in 1689: ‘Den 27 Majus nae middach omtrent drie uren is gestorven Truida Gramsbergen Dochter van Pastor Gramsbergen en Gebbina Tyman zijn Huisvrouw, out 16 jaer en 3 maanden en 2 dags.’ 

Vier kinderen bereiken de volwassen leeftijd. Aafje trouwt in 1692 en wordt landbouwer in de Kroonpolder. Hindrick trouwt in 1698,

 

Nieuwe kerk en pastorie

In 1689 wordt de bouwvallige kerk afgebroken. De klus is in elf dagen geklaard. Daarna breekt de pest weer eens uit. Gerardus wordt ziekelijk en lijdt aan zijn been. Hij kan minder huisbezoeken afleggen. Dat heeft zijn weerslag op de sfeer in de gemeente. Jaren later herstelt hij weer. In 1692 pleit hij in de provinciale Synode in Groningen voor herbouw van het kerkje. Het resultaat is een collecte in de hele provincie. Op 6 mei 1696 wordt de eerste steen gelegd en in september is het af. Zitplekken zijn er nog niet, pas in 1698 worden er kerkbanken gemaakt. 

Ondertussen zijn ook de muren van de veertig jaar oude pastorie verzakt. In de zomer van 1699 is de reparatie aanbesteed. De muren worden afgebroken terwijl het dak en de spanten op stutten komen te staan. Iedereen helpt mee en aan de kosten hebben alle leden bijgedragen. 

 

Europese spanningen

Het rommelt in Europa in de periode 1701-1713. Het Habsburgse rijk, in samenwerking met de Republiek en Engeland (‘de Alliantie’) staat tegenover de legers van Frankrijk en Spanje. In 1704 wordt een Frans hulpleger om zeep geholpen. Iets wat Gerardus blijmoedig in zijn aantekeningen opneemt. Hij noteert dat de Alliantie bij de Donau ‘een voortreffelijke victorie’ heeft behaald. 

 

De laatste jaren in Nieuw Beerta

In 1704 schrijft Gerardus dat hij vanwege lichamelijke krankheit geen visitaties meer kan doen, en ook in august 1705 is hij ‘lichamelijk swak’. Op 14 juni 1705 bedient hij voor de laatste keer het avondmaal; 128 gemeenteleden zitten aan. Zijn ziekte neemt toe. ‘Nu bragten anderen hem troost op zijn krankbed, zoo als hij zelf zoo menigmaal een engel der vertroosting was geweest, vooral in die dagen, toen de kinderziekte zoo velen wegrukte uit de kring hunner geliefden.’ 

Op 12 oktober 1705 overlijdt Gerardus op 66-jarige leeftijd. Zijn grafzerk ligt op het kerkhof van de Ned. Hervormde Kerk in Nieuw Beerta.

 

ANNO 1705, DEN 12 OCTOB., IS D.EERW.WELGEL. DO. GERARDUS GRAMSBERGEN

PASTOR IN DE N.BEERTA, IN DEN HEERE GERUST, OUD ZYNDE 66 JAREN

'K WAS AGT EN DERTIG JAAR / EEN HERDER IN GODS KERK

NU LEG IK HIER TER PLAATS BENEDEN DESE ZERK

MYN ZIEL DIE LEEFT BY GOD

HIER RUST MAAR MYN GEBEENTE

HEBT GOD EN NAASTEN LIEF

VAART WEL NU MYN GEMEENTE.

 

Gebbetien naar Nieuweschans

Een jaar na het overlijden van haar echtgenoot verlaat Gebbetien de pastorie. In november 1706 wordt er een nieuwe predikant aangesteld en Gebbetien verhuist met haar zoon Vincent en jongste dochter Aeltjen naar Nieuweschans, vier kilometer verderop. Dit is geen boerendorp maar een vesting. Het zal er levendiger zijn geweest dan in de polder. Per 19 december 1706 staan ze alle drie als lidmaat van de kerk in Nieuweschans ingeschreven. Dochter Aeltjen trouwt in de zomer van 1708 met een jongen uit de Kroonpolder en een jaar later wordt hun eerste kind in Nieuweschans geboren. Gebbetien maakt het net niet mee want drie weken daarvoor op 24 maart 1709 overlijdt Gebbetien. Ze is 65 jaar oud geworden. 

naar dochter Aafje Gramsbergen >>

Vismarkt  met de Akerk, Groningen 18e eeuw. Groninger archieven.

 

Wapen op het graf van ds Gerardus Gramsbergen in Nieuw Beerta.




Prent van J. Luyken, 1702, van vloeden in 1682 en 1686 (Rijksmuseum Amsterdam).

Gebied rond de Dollard. Omcirkeld zijn Borgsweer, Nieuw Beerta (Beerster hamrik) en Nieuweschans (Lang akker schans).