Epke Harms Renken 1736 - 1810

  • Epke Harms Renken (Eppijn Harms) is geboren in Kroonpolder, gedoopt op 9 maart 1736 in Nieuw Beerta en overleden 30 oktober 1810 in Nieuweschans, begraven in Nieuw Beerta.
  • Ze is een dochter van Truijda Willems en Harm Renken.
  • Epke trouwt op 27 juni 1756 met de weduwnaar Ellerius Hillenius, geboren 31 januari 1723 in Bellingwolde en overleden 5 november 1798 in Nieuweschans, begraven 12 november in Nieuw Beerta. 
  • Samen krijgen Epke en Ellerius acht kinderen. Truida 1757, Harm 1759, Jantjen 1760, Hillenius 1762, Truida 1764, Eppien 1765, Truida 1767 en Willem 1770.

Epke is opgegroeid op een boerenbedrijf in de Kroonpolder ('de Oude Stads Polder'), in de kerkgemeente Nieuw Beerta. Het bedrijf van haar ouders is groot maar het gezin klein, Epke heeft maar een zus. 

Ellerius komt uit een boerenfamilie in Bellingwolde. Hij is eerder getrouwd met Toscina Jans maar werd kort daarna weduwnaar. Ellerius heeft een boerderij van ongeveer 27 hectare in Ulsda. In 1753 sloot hij daarvoor twee leningen af voor 1.500 en 1.967 gulden, samen 3.467 gulden. Voor de boerderij betaalde Ellerius 4.425 gulden voor het recht van beklemming (recht op vaste pachthoogte) van 337 gulden per jaar.
 
Ulsda
In de zomer van 1756 trouwt de twintigjarige Epke met de dertien jaar oudere weduwnaar Ellerius. Bij het huwelijk zijn haar moeder en zus Aafje aanwezig. Epke’s vader is dan al overleden. Al snel worden er vier kinderen op de boerderij in Ulsda geboren en in Beerta gedoopt. 
Epkes zus Aafje trouwt in 1760 met Ties Lieuwes en ze wonen in Nieuw Beerta. De dorpen Beerta, Nieuw Beerta en Ulsda liggen dicht bij elkaar.
Ulsda is in die tijd een knooppunt voor het scheepvaart over de Aa, met een schutsluis waar tol wordt geheven.
 
Kindersterfte
Kindersterfte komt ook in die tijd vaak voor. Vooral jonge kinderen zijn gevoelig voor bacteriele infecties en ziekten als mazelen, kinkhoest, cholera, buikloop, roodvonk, pokken, difterie, tuberculose en malaria zijn groot. 
Epke en Ellerius verliezen drie van hun acht kinderen op jonge leeftijd. Dit geen opvallend aantal. Hoe ervaren ouders het verlies van kinderen in die tijd? Maakt het voor hen uit of het 'gewoon is'? In 1705 staat in het lidmatenregister van Nieuw Beerta over haar grootvader de zieke ds Gerard Gramsbergen: ‘Nu bragten anderen hem troost op zijn krankbed, zoo als hij zelf zoo menigmaal een engel der vertroosting was geweest, vooral in die dagen, toen de kinderziekte zoo velen wegrukte uit de kring hunner geliefden.’ 
 
Op 6 januari 1763 machtigt Epke’s moeder Truijda Willems haar beide schoonzoons Ellerius en Ties voor de aankoop van een huis met schuur en ‘ijzeren platen en een eiken kabinet’, staand in de Voorstraat in Nieuweschans. Het huis wordt op dat moment bewoond door de verkoper Gerrijt Willems, een broer van Truida Willems. Grondpacht 2 gulden en 4 stuivers. Prijs 3.200 gulden.
 
In november 1763, zeven jaar na hun huwelijk verkoopt Ellerius de boerderij op Ulsda waar ze volgens de akte ‘wonen en werken’. Hij verkoopt het met winst, voor 6.250 gulden. De schuld ten laste van Ellerius voor 1.967 gulden is dan nog niet afgelost. 
 
Tussen 1765 en 1768 zijn er weer uitbraken van  de veepest.
 
Uit een akte van 29 september 1767 blijkt dat Ellerius Hillenius met twee anderen, voogd is over de minderjarige kinderen van zijn zus Jantjen Hillenius (overleden 1752) en haar man Hans Lammertz (overleden voor 1767). Het zijn niet alleen de kinderen maar ook de jonge ouders die het leven voortijdig verlaten.
 
Naar een groter bedrijf
Op 11 november 1768 verkopen Epke en Aafke het huis van hun moeder in de Voorstraat in Nieuweschans, wat vroeger Lang Akker-Schans genoemd werd. Kennelijk is hun moeder Epke overleden. Het is hetzelfde huis dat eerder werd aangekocht (met een grondpacht van 2 gulden en 4 stuivers). Opvallend is dat een huis aan de Voorstraat in 1811 als onderdeel van de nalatenschap van Epke vermeld wordt. 'Een behuizinge en Erve no 6 en 7 aan de Voorstraat te Langeschans gedeeltelijk door wijlen Epke Harms Renken en gedeeltelijk door Koopman Reinder C [..] gewoond en gebruikt.'
Dit is ook nog eens het huis waar later haar kleindochter Epke Jans Hindriks (Onnes) met haar man de zilversmid Cornelius Roggenkamp zal wonen en werken. 
Epke en Ellerius verhuizen tussen 1763 en 1768 naar het bedrijf van de ouders van Epke in de Kroonpolder (de Oude Stads Polder). Het is een groot bedrijf van 89 hectare. Op 11 december 1768 doen Epke en Ellerius belijdenis in Nieuw Beerta en in 1769 wordt Ellerius lid van de kerkeraad. Een jaar later wordt hun laatste kind Willem geboren. 
 
Over haar zus Aafjen en zwager uit Nieuw Beerta is minder bekend. Hun dochter Truida is op 11 september 1761 in Nieuw Beerta is geboren, op 5 juni 1768 staan ze in Nieuweschans beiden vermeld als 'op belijdenis' maar ook vermeld als 'vertrocken'. In 1780 is Aafjen met man en dochter nog aanwezig bij het huwelijk van een dochter van Epke en Ellerius. Na 1786 is Aafjen in de archieven niet terug te vinden. 
 
De Groningse kleigrond is vruchtbaar maar er zijn uitbraken van runderpest tussen 1766-1773. De aanschaf van nieuw vee is voor boeren soms een te grote investering. Graan zaaien is goedkoper. Men leert graan te veredelen en de inkomsten van de Groninger boeren nemen toe. Het bedrijf van Epke en Ellerius loopt waarschijnlijk redelijk goed gezien de nalatenschap later aan hun kinderen.
In 1780 zijn ze beiden bij het huwelijk van dochter Jantjen. 
 
In 1793 als Ellerius al zeventig jaar oud is, verpachten ze 40 hectare van hun bedrijf aan hun zoon Harm. Vlak daarna, in het voorjaar van 1794 wordt Ellerius ziek, mogelijk tbc.
 
Naar Nieuweschans
Epke en Ellerus vertrekken op 24 sep 1797 naar de Voorstraat in Nieuweschans, ongeveer vier kilometer verderop. Dat doen ze niet voor niets. Ellerus is ziek.
Ze staan per 10 december 1797 als lidmaat ingeschreven. Epke is dan 61 jaar oud. Kennelijk neemt zoon Willem het werk op hun deel van het bedrijf over.
Ellerius overlijdt een jaar later op 5 november 1798 'nadat hij drie en een half jaar aan een uittering-ziekte, en een bijkomende halskwaal geleden heeft'.
De bedroefde Epke meldt geen condoleancebrieven te willen ontvangen. 
 
Tijdlijn van het ouderlijk bedrijf
Van het oorspronkelijke bedrijf pacht zoon Harm sinds 1793 bijna de helft namelijk 40 hectare.
Tussen 1798 en 1811 pacht de ongehuwde zoon Hillenius de overgebleven 49 hectare van zijn moeder, mogelijk in samenwerking met zoon Willem.
In 1802 bouwt zoon Harm op zijn deel van het land een boerderij en wordt het ouderlijk bedrijf officieel gesplitst. Het zal vier generaties in zijn tak van de familie Renken in bedrijf blijven.
Echter in 1806 overlijdt zoon Willem, hij is 35 jaar oud en vader van vier jonge kinderen. 
Op 6 en 10 juli 1810 biedt Truida aan de hoogste bieder voor zes jaar te huur aan een boerderij met 49 hectare, gelegen op de Oude Stads Polder onder Beerster-Hamrik, bewoond door Nombke Jurjens, de weduwe van haar zoon Willem, die dan hertrouwd is met Geert Alberts. 
 
Een kleine vier maanden later, overlijdt Truida op 30 oktober 1810 na een kort ziekbed van 24 uur. Epke is 74 jaar geworden. Ze wordt in Nieuw Beerta begraven.
Hun ongehuwde zoon Hillenius overlijdt op 24 april 1811, kort na zijn moeder. In de overlijdensadvertentie staat dat Hillenius is onverwacht is overleden door 'een toeval' die vijf uur duurde. Hillenius werd 48 jaar oud. 
De drie overgebleven kinderen Harm, Jantje, Truida en de kleinkinderen van de overleden Willem zijn erfgenaam van Epke en Ellerius. Ze erven samen:

  • Een boerderij en erf van 49 hectare in de Kroonpolder met het recht van beklemming van de stad Groningen voor 762,14 jaarlijks vaste pacht. (De basis van de waarde is het vast recht voor een vastgestelde pacht.)
  • Een huis en erf aan de Voorstraat 6 en 7 in Langakkerschans (Nieuweschans), deels verhuurd, deels door moeder Epke zelf bewoond tot haar overlijden. 
  • Een verhuurd arbeidershuisje bij de Vleugeldijk, Kroonpolder. 
  • Verschillende obligaties, totaal voor 2650 gulden
  • Een lening ten laste van zoon Harm van 10.000 gulden tegen 3,5 % rente. 

naar dochter Jantjen Ellerus Renken >>

Christina Chalon 1749-1808.